Rwanda - Ontwikkelingshulp - Cijfers - Vóór en na de genocide van 1994
Rwanda
ontwikkelingshulp
misdaad tegen de menselijkheid
bilaterale hulp
5/9/2008 | Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 9/10/2008) |
10/10/2008 | Antwoord |
Kunt u mij zeggen hoeveel ontwikkelingshulp er sinds 1985 jaarlijks aan Rwanda werd toegekend? Graag kreeg ik de lopende en de rëele bedragen, rekening houdend met de inflatie.
Volgens mijn informatie zou de ontwikkelingshulp nog altijd niet het niveau van vóór de genocide van 1994 hebben bereikt. Klopt dat? Zo ja, welke conclusies trekt u daaruit?
Het geachte lid vindt hierbij het overzicht van de officiële ontwikkelingshulp (OOH) aan Rwanda van 1987 tot 2007 telkens in lopende prijzen en omgerekend in euro met de waarde van 2007 rekening houdend met de inflatie.
Uit dit overzicht blijkt dat de OOH aan Rwanda in 2007 opnieuw op het niveau ligt van 1988. Na een sterke stijging in het begin van de jaren negentig is de hulp teruggevallen na de genocide, sinds een vijf-tal jaren is er opnieuw een sterke groei in de uitgaven.
De uitzonderlijke hoge hulp in het begin van de jaren negentig had te maken met de Belgische steun aan het Structureel Aanpassingsprogramma van de Wereldbank. In deze periode heeft België inderdaad vrij aanzienlijke betalingsbalanshulp uitgetrokken. De cijfers van het begin van de jaren negentig kunnen dan ook niet echt als vertrekpunt worden genomen om de trend in de Official Development Assistance ( ODA) te berekenen. De cijfers van 1988 zijn daarentegen wel een goed vertrekpunt.
Opvallend is dat het aandeel van de hulp die wordt verstrekt door de niet-gouvernementele organisaties na 1994 sterk gedaald is. Daarenboven waren een aantal andere federale overheidsdiensten tot 1994 sterk aanwezig in de steun aan Rwanda, hulp die sindsdien volledig is weggevallen.
Het is evident dat de genocide in Rwanda een enorme impact heeft gehad op de structurele ontwikkelingssamenwerking. De eerste Gemengde Commisie ontwikkelingssamenwerking van ons land met Rwanda na de genocide vond plaats in 2004 en de tweede Gemengde Commissie in 2006. Het huidige indicatieve samenwerkingsprogramma van de gouvernementele samenwerking voor de periode 2007-2010 bedraagt 140 miljoen euro (gemiddeld 35 miljoen euro per jaar) is in volume het tweede belangrijkste na de Democratische republiek Congo (DRC). Het vergt steeds een aantal jaren alvorens de nieuwe overeenkomsten zich ook in reële uitgaven vertalen. Voor de gouvernementele samenwerking wordt er dus gestreefd naar een jaarlijkse uitgave van 35 miljoen euro.
De Belgische ontwikkelingssamenwerking was sinds begin van de jaren negentig fel geconcentreerd op drie landen in Centraal-Afrika (toenmalige Zaïre, Rwanda en Burundi) met de aanwezigheid van een groot aantal coöperanten op het terrein. Na de evenementen die zich begin van de jaren negentig hebben voorgedaan in Centraal-Afrika, heeft de Belgische samenwerking zich meer verspreid over verschillende landen. In de top-20 van de begunstigden van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking (Officiële Ontwikkelingshulp 2007) figureert Rwanda op de derde plaats en op de tweede plaats wat de rechtstreekse uitgaven van de directie-generaal Ontwikkelingssamenwerking betreft. Dit illustreert het belang dat wordt gehecht aan de ontwikkelingssamenwerking met Rwanda.
Een andere factor is dat na de genocide een aantal nieuwe donoren in Rwanda hebben geïnvesteerd. Volgens de statistieken van het Ontwikkkelingscomité van de Organisatie voor economische samenwerking en ontwikkeling ( OESO), (gemiddelden van de OOH voor de periode 2005-2006) staat België op de achtste plaats, na Wereldbank- International Development Association (IDA),(1), de Afrikaanse Ontwikkelingsbank (2), het Verenigd Konikrijk (3), de Europese Commisie (4), de Verenigde Staten (5), Frankrijk (6) Global Fund (7) en voor Nederland (9) en Zweden (10).
De huidige tendens in de ontwikkelingssamenwerking worden voorgeschreven door de Verklaring van Parijs (2005). Dat betekent dat donoren moeten werken aan de harmonisering van de procedures en aan een betere afstemming van de Belgische ontwikkelingspolitiek op het beleid van het partnerland. Model voor deze oefening staat de Europese gedragscode over complementariteit en taakverdeling in het ontwikkelingsbeleid. Deze gedragscode pleit voor een grotere geografische en sectorale concentratie van de ontwikkelingshulp en ook een sterker partnerschap tussen de donoren. Uitgangspunt hierbij is dat het partnerland zelf eigenaar is van zijn ontwikkelingsproces. De recente tendens tot gedelegeerde samenwerking biedt ook opportuniteiten voor de Belgische samenwerking om programma’s gefinancierd door andere donoren uit te voeren.
BELGISCHE OVERHEIDSHULP VOOR ONTWIKKELING (ODA) |
|
|||
|
|
|
|
|
RWANDA |
|
|
|
|
|
TOTAAL BELGISCHE ODA in lopende prijzen |
Belg. inflatie |
Indexcijfer (1981=100) |
Totale Belg. ODA in euro's van 2007 |
1987 |
31 226 162 |
1.554 |
133.600 |
47 514 719 |
1988 |
26 552 138 |
1.162 |
135.153 |
39 938 470 |
1989 |
30 053 204 |
3.106 |
139.351 |
43 842 693 |
1990 |
37 895 982 |
3.448 |
144.155 |
53 441 602 |
1991 |
47 780 247 |
3.212 |
148.785 |
65 283 775 |
1992 |
36 333 261 |
2.430 |
152.401 |
48 465 539 |
1993 |
31 396 963 |
2.754 |
156.598 |
40 758 560 |
1994 |
23 620 534 |
2.378 |
160.321 |
29 951 306 |
1995 |
10 556 793 |
1.467 |
162.673 |
13 192 638 |
1996 |
23 900 683 |
2.064 |
166.032 |
29 264 116 |
1997 |
18 480,445 |
1.629 |
168.736 |
22 264 919 |
1998 |
21 866 903 |
0.954 |
170.345 |
26 095 998 |
1999 |
19 865 489 |
1.120 |
172.253 |
23 444 973 |
2000 |
17 518,337 |
2.546 |
176.638 |
20 161 646 |
2001 |
12 638 297 |
2.472 |
181.003 |
14 194 432 |
2002 |
23 181 524 |
1.643 |
183.978 |
25 614 937 |
2003 |
17 257 805 |
1.591 |
186.905 |
18 770 708 |
2004 |
15 323 943 |
2.097 |
190.825 |
16 324 928 |
2005 |
22 218 173 |
2.782 |
196.134 |
23 028 790 |
2006 |
28 278 380 |
1.792 |
199.648 |
28 794 189 |
2007 |
30 986,426 |
1.824 |
203.290 |
30 986 426 |