8 mei 1944, één jaar voor de Duitse capitulatie. In Brussel is het moeilijk leven onder de bezetting en met de voedselbeperkingen.
Gelukkig zijn de parken open en toegankelijk. Sommigen verbouwen er groenten. Wandelaars komen buiten om te slenteren, te mijmeren, en te genieten van de lente. Bejaarden rusten uit op banken. Verliefde stelletjes vinden er eindelijk hun plekje terug.
In de kiosk van het Park van Brussel organiseert de bezetter soms concerten. Maar in elk seizoen zijn het vooral de kinderen die de show stelen. Sneeuwmannen in de winter, vrolijke rondedansen, bootjeswedstrijden op het water van de grote fontein... hun geroep en hun vreugde zijn aanstekelijk.
Soms komen er schilders langs. Zo ook Henri-Victor Wolvens, geboren in 1896 in de Brusselse Begijnhofwijk, waarvan hij vaak de inwoners, de daken en de koertjes afbeeldt. Zijn kleurenpalet is in het begin donker, en de verf is reeds dik opgebracht.
Vanaf het begin van de jaren 1930 verblijft hij in Brugge, maar hij komt nog vaak terug naar Brussel waar hij in Sint-Lambrechts-Woluwe een atelier heeft ingericht. Ook tijdens de oorlog komt hij terug, om rustig te kunnen schilderen (terwijl hij in Brugge de eerste verdieping van zijn huis met drie kinderen moet delen), om zijn zus te bezoeken, enkele doeken te verkopen of ze in galerij Breugel tentoon te stellen (voorstellen voor een tentoonstelling van de bezetter weigert hij steevast).
Tijdens één van zijn wandelingen komt hij in het Park van Brussel terecht. Hij wordt aangetrokken door het water van het grote bekken, met zijn oneindige lichtschakeringen en de rimpelingen, veroorzaakt door de klaterende fontein en de bootjes van de kinderen. Hij begint te schilderen.
Op 8 mei 1944 is de Belgische kust verboden terrein voor de Belgen, die niet meer op het strand mogen komen. Vanuit Brugge doorkruist Wolvens de stad en het achterland, waar hij stadslandschappen, stations, cafés schildert. Maar hij mist de zee.
Het voortdurende spel van water, lucht en licht vindt hij terug in de waterstraal van de fontein in het Park van Brussel.
Zoals andere schilders in Brussel in de zomer van 1944, installeert hij zich dan buiten, misschien op een bank in het park, met zijn ezel, doek en palet.
Om de geometrische buitenlijnen aan te brengen, zoals hier de contouren van het waterbekken, hanteert hij het penseel met grove, soms wat wilde streken. Met het schildersmes, of zelfs het paletmes (dat eigenlijk dient om kleuren te mengen op het palet) kan hij de beweging van het water vorm geven.
Zoals een beeldhouwer, geeft hij ook vorm aan het geruis van de bladeren van de bomen, de schaapjeswolken aan de hemel, de kleurrijke silhouetten van de voorbijgangers, de omtreklijnen van de gebouwen...
En tot slot aan de waterstraal die de blauwe hemel overheerst, het groene gebladerte van de bomen van het park, het zand van de dreef, het blauw en rood van het waterbekken, het zwart van de lantaarnpalen, het okergrijs van de steen van het Parlementsgebouw en zijn vlaggen, in de achtergrond.
Hij toont ze alle in hun eigen chromatische identiteit, veel beter dan om het even welke foto dat kan...
Zijn we nog in mei 1944... of is het veeleer 6 juni of 25 augustus 1944? De vlaggen waarmee Henri-Victor Wolvens de gevel van het Parlement opluistert, stellen ons die vraag. En roepen vragen op.
Op 8 mei en tot zijn overhaaste vertrek uit Brussel op 3 september 1944, pronkt de Duitse bezetter tegenover het Park ongetwijfeld met zijn grote vlaggen met het hakenkruis, zoals hij dat doet sinds het begin van de bezetting.
Op 6 juni 1944 ontschepen de Geallieerden in Normandië en beginnen ze het Duitse leger terug te drijven naar het noorden. Het leven hangt plots tussen hoop en vrees. Men weet dat de bevrijding uit Frankrijk zal komen...
Op 25 augustus 1944 wordt Parijs bevrijd. Het nieuws van de bevrijding van Parijs doet heel snel de ronde. De Brusselse ondergrondse pers bericht erover. Het wekt grote verwachtingen: wanneer volgt Brussel?
Henri-Victor Wolvens schildert een Belgische vlag en een Franse vlag voor het fronton van het Parlement.
Is het een kunstenaarsfantasie van iemand die van vlaggen houdt en er soms bij zijn composities voegt om ze in evenwicht te brengen?
Of van een kolorist die al overwegend blauw-wit-rood in de kleuren van zijn doek had gebruikt?
Of, intiemer, vervangt hij de vlag met het hakenkruis door zijn persoonlijke droom voor na de oorlog, de droom zich in Frankrijk te vestigen?
Of geeft hij de enorme hoop van de Belgische bevolking weer, op de bevrijdingsgolf die uit Frankrijk en in het bijzonder uit Parijs komt?
In werkelijkheid is het weinig waarschijnlijk dat het Parlement naast de Belgische vlag een Franse vlag heeft uitgehangen bij de bevrijding van Brussel op 3 en 4 september door de Amerikanen en de brigade Piron. Op 8 mei 1945, bij de capitulatie van Duitsland, was er evenmin reden om dat te doen. Alleen het triomfantelijk bezoek van Charles de Gaulle in oktober 1945 kon die combinatie op het Natieplein misschien verantwoorden. Maar onderaan rechts dateert Wolvens zijn doek overduidelijk met 1944... Het blijft een mysterie.
Wolvens zal een tweede doek met het grote bekken met de fontein in het Park van Brussel in 1944 schilderen, maar dan zonder vlaggen. Zijn "bal in open lucht" van 1944 echter toont twee grote vlaggen, een Franse en een Belgische. Waarschijnlijk vindt het plaats in het Koningin Astridpark in Brugge, waarvan men de muziekkiosk herkent.
Volgens zijn dochter Hélène bevond Wolvens zich bij de bevrijding van Brugge op 12 september 1944 met zijn gezin in Brugge. Om die gebeurtenis te vieren "zingt hij de Brabançonne uit volle borst, met pianobegeleiding van zijn vrouw Paula. Dat beeld bevalt Edgard Tytgat zozeer dat hij Wolvens aanraadt om over dat onderwerp een doek te schilderen!"**
Veel later, in de jaren 1959-1960, zal hij nog waterstralen in Brugge een in Brussel (?) schilderen, nu aan de rand van het bekken versierd met de driekleur.
Dank aan: Hélène Wolvens, Roger Pierre Turine, Nicole d'Huart, Chantal Kesteloot.
Op grond van het auteursrecht, is elk gebruik en elke reproductie van de werken van H.-V. Wolvens verboden zonder voorafgaandelijke toestemming van de kunstenaar (gelieve u tot SABAM te wenden).
* Foto's uit: Henri-Victor Wolvens, 1896-1977, W. Van den Bussche (red), naar aanleiding van de retrospectieve in het PMMK van Oostende van 18 december 1993 tot 7 maart 1994, Stichting Kunstboek, Brugge, 1994. (blz. 219: Damse Vaart; blz. 228: atelier; blz. 235 Galerie Studio in Oostende in 1946).
** Albert Dasnoy, Claude De Valkeneer, Denise Thiel-Hennaux, Françoise Levie, Henri-Victor Wolvens (1896-1977) : Rétrospective, Woluwe-Saint-Lambert, Médiatine - Malou, 1986, blz. 72.