Lijst van de debatten Français

Woensdag 8 december 2004 :

Vrijheid, Veiligheid en Rechtvaardigheid

Voorzitter : Christine Defraigne

Ondervoorzitter : Mia De Schamphelaere

Met het europarlementslid Antoine Duquesne en de senatoren Clotilde Nyssens, Hugo Coveliers, Fauzaya Talhaoui, Hugo Vandenberghe en Marc Van Peel

Experts : Anne Weyembergh (doctor in de rechten, onderzoeker aan het Institut d'Études européennes - ULB), Michèle Conincx (Belgisch Vertegenwoordiger Eurojust, Advocaat-generaal, Gewezen nationaal magistraat), Frederik Van Oost (adviseur-jurist bij de Federale Politie, Commissariaat-generaal, Directie beleid inzake internationale politiesamenwerking (Interpol)) en Frédéric Henrard (adviseur bij de Federale Politie, Commissariaat-generaal, Directie beleid inzake internationale politiesamenwerking (Europese zaken))

De vrijheid van de burgers van de Europese Unie om overal in de EU te reizen, te werken en te leven, wordt gemakkelijk als iets vanzelfsprekends beschouwd. Mensen kunnen alleen ten volle van deze rechten gebruikmaken als zij in alle zekerheid en veiligheid kunnen leven en zich aan hun dagelijkse bezigheden kunnen wijden. Zij moeten worden beschermd tegen internationale criminaliteit en overal in de Unie gelijke toegang tot de rechter hebben en erop kunnen vertrouwen dat hun grondrechten worden geëerbiedigd. Daarom bouwt de EU aan een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid.

Voor meer informatie hierover op de portaalsite van de Europese Unie

Indrukken over het debat

Senator Christine Defraigne (MR) :

"De Europese justitiële en politiële samenwerking moet het mogelijk maken de criminaliteit te bestrijden met eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden. Veiligheid is een basisrecht dat de rechtstaat zijn burgers moet garanderen. Daarom moet de Europese Unie een doeltreffend kader bieden voor een nauwe justitiële en politiële samenwerking. Dat vereist een harmonisering van de verschillende nationale wetgevingen."

Senator Mia De Schamphelaere (CD&V) :

"De Senaat bespreekt binnenkort de Europese Grondwet, maar eerst komen de burgers aan het woord."

"De twintigste eeuw was een verschrikkelijke eeuw voor Europa. Toch is het een historische prestatie om zonder geweld, weliswaar traag en in moeizaam overleg, maar op democratische wijze samenwerkingsverbanden uit te bouwen."

Anne Weyembergh (Institut d’Études européennes - ULB) :

« De oprichting van een Europese justitiële ruimte heeft momenteel te kampen met een gebrek aan efficiëntie en daadkracht, democratisch gehalte en rechtsmacht, maar de Europese Grondwet zal die gebreken voor een groot deel verhelpen. »

Michèle Coninsx (Eurojust) :

"Eurojust is een groep van 25 magistraten. Uiteraard staan we er niet alleen voor. Zelfs een prima ballerina die een pas de deux wil dansen, heeft een stevige partner nodig. Dat geldt ook voor Eurojust : zowel onze eigen overheid in het thuisland als Europol, het Europees justitieel netwerk en de verbindingsmagistraten, kortom iedereen die zich op Europees vlak bezighoudt met de strijd tegen de georganiseerde criminaliteit, kan bij ons komen aankloppen."

"Of er een Europese justitiële ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid bestaat, weet ik niet. Wat ik wel weet is dat er een Europese criminele ruimte is, waar niemand nog grenzen erkent en de bewegingsvrijheid enorm groot is. Daarop politieel en justitieel inpikken is absoluut geen sinecure."

"Nog vóór 09/11, op 13 juni 2001, had het prille Eurojust al een eerste vergadering toen we hoorden van het bestaan van slapende Al Quaeda-cellen in Spanje, Italië, Frankrijk, Nederland, België, Duitsland en Engeland. Dankzij deze vergadering konden in augustus 2001 in Spanje reeds twee leden van Al-Quaeda worden aangehouden die contact hadden met de cellen van 09/11."

"Het is interessanter een intelligente BTW-carrousel op te zetten die per maand 100 miljoen euro opbrengt, dan een gevaarlijk drugstrafikant te worden. Maar dat is de Europese realiteit."

Frederik Van Oost (Federale Politie) :

"De bereidheid tot informatie-uitwisseling tussen de politiediensten van de verschillende lidstaten is niet optimaal onder meer omdat er enorm veel kanalen beschikbaar zijn : Europol, Schengen, verbindingsofficieren van de politie, gemeenschappelijke commissariaten van de grensregio’s, bilaterale en rechtstreekse informatiestromen. Er moeten dus worden bepaald in welk geval en op welk ogenblik bepaalde kanalen moeten worden gebruikt. De internationale kanalen zijn bovendien onvoldoende gekend door de lokale politiediensten."

Een burger :

"Kan een Europese elektronische identiteitskaart niet bijdragen tot een betere informatie-uitwisseling tussen de lidstaten ?"

Antwoord van Frederik Van Oost (Federale Politie) :

"Een dergelijke kaart bewijst enkel de identiteit van de houder van deze kaart en kan bij grenscontroles nuttig zijn. De informatie die de politiediensten en de gerechtelijke overheden uitwisselen, is veel ruimer en betreft bijvoorbeeld gevallen van drugssmokkel, het gebruik van gestolen voertuigen enzovoort".

Frédéric Henrard (Federale Politie)

« Wat Europol betreft houdt het ontwerp van Europese Grondwet een vooruitgang in. Europol blijft een ondersteunend orgaan voor de bevoegde nationale overheden, maar de Europese wet tot regeling van Europol zal met een gekwalificeerde meerderheid gewijzigd kunnen worden in plaats van eenparig, zoals nu nodig is ».

« Het ontwerp van Europese Grondwet wil de organisatie van Europol eerder versterken dan overhaast omvormen tot een soort Europese FBI. »

Anne Weyembergh (Institut d’Études européennes - ULB) :

"De belangengroepen worden onvoldoende betrokken bij de totstandkoming van de Europese justitiële ruimte. In het domein van het strafrecht, bij voorbeeld, worden vooral de vertegenwoordigers van het openbaar ministerie geconsulteerd. Met de advocatuur wordt veel minder rekening gehouden... De civiele maatschappij moet zich nog beter organiseren om invloed uit te oefenen bij de totstandkoming van de ontwerpen."

Een burger :

"Een Europees parket moet zich met de echte criminaliteit bezighouden en niet met fiscale problemen, zoals BTW-carrousels, die door elke lidstaat afzonderlijk geregeld kunnen worden."

Een burger:

«Zal men er ooit in slagen om tot een gemeenschappelijke Europese aanpak van de georganiseerde criminaliteit te komen?»

Een burger :

"Er moet een onderscheid worden gemaakt tussen de mensenhandel en de illegale immigratie."

Michèle Coninsx (Eurojust) :

"Er is een gelijkenis én een verschil. Men moet in elk geval op internationaal en Europees vlak de netwerken bestrijden die met mensenhandel grote winsten maken. Anders is de kans op succes nihil."

Anne Weyembergh :

"Naast Europol en Eurojust worden er nog andere instrumenten ontwikkeld om de mensenhandel te bestrijden, bijvoorbeeld de harmonisering van de strafwetgeving van de lidstaten".

Antoine Duquesne, Europarlementslid (MR) :

"Op Europees vlak wordt gedacht aan de invoering van een Europees paspoort dat niet alleen de foto, maar ook biometrische gegevens van de houder zal bevatten. Het spreekt vanzelf dat met het oog op de bescherming van de privacy dienaangaande talrijke voorzorgsmaatregelen zullen moeten worden genomen."

"Wanneer men nagaat wat er over de jaren heen op Europees vlak is gebeurd, dan kan men niet anders dan vaststellen dat er een grote vooruitgang is geboekt. Het ontwerp van Europese Grondwet gaat verder op de ingeslagen weg. Zo zal, indien alle lidstaten het ermee eens zijn, de functie van

Europese procureur worden ingesteld met het oog op de bestrijding van de grensoverschrijdende criminaliteit."

"Het Europees Parlement is een glazen huis met een grote transparantie. De parlementaire commissies staan open voor alle reacties vanuit de civiele maatschappij."